De mode-industrie, ondanks haar glamour en invloed, wordt al lange tijd bekritiseerd vanwege een gebrek aan diversiteit, met name wat betreft de representatie van zwarte modellen. Hoewel er vooruitgang is geboekt, worstelt de industrie nog steeds met diepgewortelde vooroordelen die van invloed zijn op wie er op de catwalk mag lopen en de covers van grote tijdschriften mag sieren.
De dominantie van witte modellen in de mode is historisch gezien overweldigend. Hoewel zwarte modellen zoals Joan Smalls wereldwijde erkenning hebben bereikt, blijven ze uitzonderingen in een industrie die hen vaak reduceert tot symbolische figuren. Deze ongelijkheid is terug te zien op de covers van grote modebladen, waar zwarte modellen aanzienlijk ondervertegenwoordigd zijn. Deze onderrepresentatie bestendigt een schadelijk narratief dat de zichtbaarheid en kansen voor aspirant-zwarte modellen beperkt.
Ook modeshows hebben historisch gezien een gebrek aan diversiteit gekend. Hoewel er de afgelopen jaren enige verbetering is waar te nemen, met modeweken in New York en Londen die meer modellen van kleur laten zien, blijven de cijfers onevenredig scheef in het voordeel van witte modellen. Pogingen van organisaties zoals de Council of Fashion Designers of America en de British Fashion Council om diversiteit te stimuleren, hebben enkele positieve resultaten opgeleverd, maar echte inclusiviteit blijft ongrijpbaar. Zelfs met deze inspanningen schieten sommige ontwerpers nog steeds tekort, met slechts een symbolisch aantal zwarte of Aziatische modellen in hun shows.
Verhalen over racisme binnen de industrie zijn alledaags. Succesvolle zwarte modellen zoals Jourdan Dunn en Chanel Iman hebben zich uitgesproken over het feit dat ze werden afgewezen voor banen omdat klanten “geen zwarte meisjes meer wilden”. Deze ervaringen benadrukken de diepgewortelde vooroordelen die de vooruitgang van zwarte modellen in de industrie blijven belemmeren. Dergelijke flagrante discriminatie onderstreept de dringende behoefte aan systemische verandering binnen de modewereld.
Casting directors, die een cruciale rol spelen bij de selectie van modellen voor shows, bieden verschillende perspectieven op het probleem. Terwijl sommigen het gebrek aan diversiteit erkennen en veroordelen, bieden anderen rechtvaardigingen die de status quo bestendigen. Excuses zoals een ontwerper die een specifiek “type” in gedachten heeft, ongeacht de huidskleur, dienen vaak als een dunne sluier voor raciale vooroordelen. Dit onthult een discrepantie tussen het erkennen van het probleem en het actief werken aan een oplossing.
De economische motieven achter het gebrek aan diversiteit zijn ook significant. De mode-industrie richt zich vaak op haar vermeende consumentenbestand, en met de opkomst van Aziatische markten hebben Aziatische modellen aan bekendheid gewonnen. Dit suggereert dat financiële belangen vaak zwaarder wegen dan ethische overwegingen als het gaat om representatie. Het falen van de industrie om de koopkracht van zwarte consumenten te erkennen, draagt verder bij aan hun marginalisatie.
Het gebrek aan diversiteit in de mode bestendigt niet alleen schadelijke stereotypen, maar beperkt ook het creatieve potentieel van de industrie. De schoonheid en het talent van zwarte modellen moeten worden gevierd en omarmd, niet gemarginaliseerd. De voortdurende ondervertegenwoordiging van zwarte modellen weerspiegelt een breder maatschappelijk probleem en vraagt om een collectieve inspanning om systemisch racisme binnen de mode-industrie aan te vechten en te ontmantelen. Echte inclusiviteit zal alleen worden bereikt wanneer de industrie de bijdragen van alle modellen erkent en waardeert, ongeacht hun ras.