De jaren ’40 markeerden een significante verschuiving in de herenmode, sterk beïnvloed door de Tweede Wereldoorlog en de bijbehorende rantsoenering en soberheid. Hoewel klassieke stijlen bleven bestaan, leidden oorlogstijdbeperkingen en sociale veranderingen tot de evolutie van nieuwe trends en aanpassingen in herenkleding.
Stoffenrantsoenering had een grote impact op de mode voor mannen in de jaren ’40. Beperkingen op materialen zoals wol en zijde leidden tot het gebruik van alternatieve stoffen zoals rayon en katoenmixen in pakken en dassen. Regelgeving dicteerde ook ontwerpdetails, beperkte het aantal zakken op pakken en verbood kenmerken zoals double-breasted jasjes en geplooide ruggen in het VK. In de VS werden jasflappen verwijderd om stof te besparen.
Hoeden bleven een hoofdbestanddeel van de herenkleding in de jaren ’40, met de fedora die zijn positie als de meest populaire keuze verstevigde. Hoewel hoge hoeden en andere traditionele stijlen bleven bestaan, weerspiegelde de prevalentie van de fedora, vooral in de VS, een verschuiving naar een meer casual en praktische benadering van hoofddeksels. De kortere randen en stijvere vilt van Britse fedora’s contrasteerden met de bredere, zachtere stijlen die in Amerika werden geprefereerd.
Formele overhemden bleven de standaard, hoewel zachte kragen aan populariteit wonnen, vooral in de VS. De “spear point” kraag met zijn langwerpige punten was een onderscheidend kenmerk van overhemden uit de vroege jaren ’40. Stoffenrantsoenering leidde tot kortere overhemdlengtes en de eliminatie van Franse manchetten. Casual overhemden kwamen ook steeds meer op de voorgrond, met de introductie van de “camp” kraag, een zachte, niet-gesteven kraag die ontworpen was om open te worden gedragen.
Overhemdstijlen evolueerden als reactie op stoffenrantsoenering. Volledig gesneden, knielange overhemden uit het verleden maakten plaats voor slanker, kortere ontwerpen. Franse manchetten, als extravagant beschouwd in een tijd van schaarste, werden vervangen door enkele manchetten. Gestreepte overhemden, samen met blokpatronen en micropatronen, werden steeds gebruikelijker voor dagelijks gebruik.
Nekkleding, hoewel nog steeds gedragen met formele kleding, paste zich aan de beperkingen van de oorlogstijd aan. Zijdetekorten resulteerden in het gebruik van wol, katoen en rayon voor dassen. Gedurfde geometrische patronen, spiralen en levendige kleurencombinaties kenmerkten de dassen van die tijd. Dassen werden aanvankelijk dunner en korter, daarna breder na het einde van de oorlog. Handgeschilderde dassen met gepersonaliseerde ontwerpen die hobby’s of interesses weerspiegelden, wonnen ook aan populariteit.
Pakken en colberts omarmden meer sombere kleuren zoals zwart, grijs, bruin en marineblauw. Visgraat tweed, Donegal overplaids en klassieke ruiten bleven populaire patronen. Het pak silhouet van de jaren ’40 was over het algemeen vierkanter dan hedendaagse stijlen, met gewatteerde schouders en een minder gedefinieerde taille. Deze gestructureerde look was geïnspireerd op militaire uniformen.
Broeken waren onderworpen aan strenge regels, met beperkingen op de breedte van de beenopening. Als gevolg daarvan werden dubbelgeplooid broeken met een hoge taille en een volledige snit de heersende stijl. Ritsen en elastische taillebanden waren verboden. De “Hollywood tailleband”, gekenmerkt door een verlaagde tailleband en riemlussen, was een onderscheidend kenmerk van broeken uit de jaren ’40.
Schoeisel werd ook beïnvloed door rantsoenering, waarbij leer en rubber gereserveerd waren voor militair gebruik. Veel mannen namen hun toevlucht tot tweedehands schoenen, wat resulteerde in een mix van stijlen uit voorgaande decennia. Wanneer nieuwe schoenen beschikbaar waren, waren tweekleurige spectator schoenen en gebrogueerde Oxfords populaire keuzes. Laarzen wonnen aan populariteit vanwege hun praktische bruikbaarheid en associatie met militaire kleding. Na de oorlog werden loafers en slippers favoriet vanwege hun comfort.
Accessoires weerspiegelden de heersende trends van die tijd. Roken bleef wijdverbreid en mannen droegen vaak tabakszakjes, pijpen en sigarenetuis. Polshorloges verdrongen zakhorloges als het geprefereerde tijdregistratieapparaat. Gedurfde sieraden, waaronder polshorloges, ringen en manchetknopen, werden na de oorlog een patriottische uiting van economische steun. Lederen handschoenen en kleurrijke sjaals met paisley-patronen en franjeranden waren veelvoorkomende accessoires. Riemen verstevigden hun dominantie over bretels.
De jaren ’40 vertegenwoordigden een unieke periode in de herenmode, gevormd door de eisen van de oorlog en de daaruit voortvloeiende sociale en economische veranderingen. Hoewel praktische bruikbaarheid en behoud veel stilistische keuzes dicteerden, was het decennium ook getuige van de opkomst van nieuwe trends die de herenkleding in de komende jaren zouden blijven beïnvloeden. Het “zoot suit”, met zijn overdreven kenmerken, werd een symbool van rebellie voor gemarginaliseerde gemeenschappen.